Klokkenluidersregeling.

HLB Den Hartog hecht veel waarde aan een veilige en integere omgeving voor alle personen die bij en met ons werken. Desondanks kunnen onregelmatigheden plaatsvinden. We achten het van groot belang dat medewerkers en derden op adequate en veilige wijze melding kunnen maken van eventuele vermoedens van een onregelmatigheid in ons kantoor. Ook op basis van artikel 27 Verordening accountantsorganisatie (VAO) dienen wij te beschikken over een klokkenluidersregeling.  

1 Begripsbepalingen 

1.1 Bedrijfsgeheim: bedrijfsgeheim als bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming bedrijfsgeheimen. 

1.2 Bevoegde autoriteit: een autoriteit als bedoeld in art. 2c Wet bescherming klokkenluider, te weten:  

  1. de Autoriteit Consument en Markt (ACM) bij schendingen van het consumentenrecht;  
  1. de Autoriteit Financiële Markten (AFM) bij schendingen van financieel-economische regels; 
  1. de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) bij schendingen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG); 
  1. De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) bij schendingen van financieel-economische regels 
  1. het Huis voor Klokkenluiders als bedoeld in art. 3 Wet bescherming klokkenluiders;  
  1. de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd;  
  1. de Nederlandse Zorgautoriteit;  
  1. de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming en  
  1. eventueel nader bij AMvB aan te wijzen organisaties en bestuursorganen 

1.3 Compliance officer: de functionaris die door de maatschap als compliance officer is benoemd en in het kader van deze regeling optreedt als meldpunt.  

1.4 Maatschap: de maten van de maatschap HLB Den Hartog Accountants & Consultants belast met de uitvoering en naleving van deze regeling. 

1.5 Maatschappelijk belang: Het maatschappelijk belang is in ieder geval in het geding als de handeling of nalatigheid niet enkel persoonlijke belangen van de melder raakt en sprake is van ofwel een patroon of structureel karakter dan wel de handeling of nalatigheid ernstig of omvangrijk is; 

1.6 Melder: een natuurlijk persoon die in de context van zijn werkgerelateerde activiteiten een vermoeden van een misstand meldt of openbaar maakt. 

1.7 Melding: melding van een vermoeden van een misstand. 

1.8  Misstand:  

  1. een schending of een gevaar voor schending van het EU-recht, of 
  2. een handeling of nalatigheid waarbij het maatschappelijk belang in het geding is bij:

1° een schending of gevaar voor schending van een wettelijk voorschrift of van interne regels die een concrete verplichting inhouden en die op grond van een wettelijk voorschrift door HLB Den Hartog zijn vastgesteld, dan wel 

2° een gevaar voor de volksgezondheid, voor de veiligheid van personen, voor de aantasting van het milieu of voor het goed functioneren van de onderneming van HLB Den Hartog als gevolg van een onbehoorlijke wijze van handelen of nalaten. 

1.9 Schending van het EU-recht: een handeling of nalatigheid die of  

  1. onrechtmatig is en betrekking heeft op EU-handelingen en beleidsterreinen die binnen het in artikel 2 van EU-richtlijn 2019/1937 bedoelde materiele toepassingsgebied vallen, of 
  2. het doel of de toepassing ondermijnt van de regels in de EU-handelingen en beleidsterreinen die binnen het in artikel 2 van EU-richtlijn 2019/1937 bedoelde materiële toepassingsgebied vallen.

1.10  Vermoeden van een misstand: het vermoeden van een melder dat binnen de organisatie waarin hij werkt of heeft gewerkt of bij een andere organisatie indien hij door zijn werkzaamheden met die organisatie in aanraking is gekomen, sprake is van een misstand, voor zover het vermoeden gebaseerd is op redelijke gronden die voortvloeien uit de kennis die de melder bij HLB Den Hartog heeft opgedaan of die voortvloeien uit de kennis die de melder heeft gekregen door zijn werkzaamheden bij een ander bedrijf of een andere organisatie. 

1.11 Werkgerelateerde context: toekomstige, huidige of vroegere werkgerelateerde activiteiten waardoor, ongeacht de aard van die werkzaamheden, personen informatie kunnen verkrijgen over misstanden en waarbij die personen te maken kunnen krijgen met benadeling indien zij dergelijke informatie zouden melden. 

1.12 Werkgever: HLB Den Hartog Accountants & Consultants (hierna: HLB Den Hartog). 

1.13 Werknemer: degene die krachtens arbeidsovereenkomst arbeid verricht of degene die anderszins in een ondergeschiktheidsrelatie tegen een vergoeding arbeid verricht (bijv. stagiairs, zelfstandigen zonder personeel, partners, bestuurders, toezichthouders) voor werkgever. 

 

2 Het doen van een melding 

2.1 Iedere melder die een vermoeden van een misstand heeft, kan dat vermoeden op de hieronder vermelde wijze melden bij HLB Den Hartog. 

2.2 Melden kan bij de compliance officer, zijnde drs. E.G. (Edwin) Verhoeven RA, via e.verhoeven@hlb-denhartog.nl of telefoonnummer 010-2781100 

2.3 Indien de melder een redelijk vermoeden heeft en hij het vermoeden kenbaar maakt dat de compliance officer bij de vermoede misstand is betrokken, wordt de melding niet bij de compliance officer gedaan, maar bij J.P.H. Scheepens RA via j.scheepens@hlb-denhartog.nl of telefoonnummer 010-2781100 

 

2.4 Een melding kan worden gedaan:  

  1. schriftelijk per brief of email;
  2. mondeling via telefoon of ander spraakberichtensysteem;
  3. op verzoek binnen een redelijke termijn door middel van een gesprek op een locatie. 

2.5 De melder verstrekt bij voorkeur bij de melding een (privé) woon- en/of (privé) e-mailadres en telefoonnummer waarop de melder via post en/of e-mail en telefonisch bereikbaar is in het kader van de melding. De melder kan ook anoniem melden door een brief te sturen aan de compliance officer. Bij het onderzoek naar een anonieme melding kunnen echter geen aanvullende vragen gesteld worden of terugkoppeling gegeven worden. 

2.6 Het vermoeden van een misstand moet zijn gebaseerd op redelijke gronden, die voortvloeien uit de kennis die de melder bij HLB Den Hartog heeft opgedaan of die voortvloeien uit de kennis die de melder heeft gekregen door zijn werkzaamheden bij een ander bedrijf of een andere organisatie die werkzaamheden voor of ten behoeve van HLB Den Hartog uitvoert. 

2.7 De melder verstrekt bij de melding zo veel mogelijk de informatie waarover hij in dat verband beschikt. 

2.8 HLB Den Hartog investeert in een open organisatiecultuur, waarin iedereen zich veilig voelt om intern een melding van een vermoeden van een misstand te doen. Een melder heeft echter de mogelijkheid om rechtstreeks extern te melden bij het Huis voor klokkenluiders of bij een andere bevoegde autoriteit zoals genoemd in artikel 1.2.  

 

3 Eventueel vertrouwelijk advies 

3.1 Een werknemer die een vermoeden van een misstand heeft, kan daarover in vertrouwen advies inwinnen (raadplegen en verzoeken om bijvoorbeeld informatie, overleg en ondersteuning). 

3.2 Vertrouwelijk advies inwinnen kan bij de vertrouwenspersoon, via vertrouwenspersoon@rgdsolutions.nl of telefoonnummer 06-46184144. 

 

4 Behandeling van de melding 

4.1 De melding wordt bij de ontvangst opgenomen in een daarvoor ingericht register. 

4.2 De melding wordt onderzocht en opgevolgd door de compliance officer (bij meldingen zoals genoemd in 2.3 door de heer Scheepens RA). 

4.3 Als de melding mondeling (al dan niet in een daartoe ingepland overleg) wordt gedaan, wordt door de compliance officer (bij meldingen zoals genoemd in 2.3 door de heer Scheepens RA) hetzij een schriftelijk verslag van het overleg gemaakt, hetzij een opname gemaakt van het overleg. Voor een opname van het overleg is voorafgaande instemming van de melder nodig. De melder wordt in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op een eventuele schriftelijke weergave van het overleg. 

4.4 De ontvangst van de melding wordt uiterlijk binnen zeven dagen na de ontvangst bevestigd aan de melder, door toezending van een schriftelijke bevestiging aan het door de melder verstrekte (privé) woon- of e-mailadres. De ontvangstbevestiging bevat bij voorkeur een zakelijke beschrijving van de melding en een afschrift van de melding of van de schriftelijke weergave van de melding indien die mondeling is gedaan. 

4.5 Indien de melding niet is gebaseerd op redelijke gronden of op voorhand duidelijk is dat het gemelde geen betrekking heeft op een misstand, wordt de melder daarover schriftelijk geïnformeerd, met toelichting van die vaststelling.  

4.6 De persoon of personen op wie de melding betrekking heeft, wordt geïnformeerd over de melding, tenzij HLB Den Hartog dat niet in het belang acht van het onderzoek. 

4.7 Binnen ten hoogste drie maanden na verzending van de ontvangstbevestiging wordt aan de melder informatie verstrekt over de beoordeling en voor zover van toepassing de opvolging van de melding.  

4.8 De perso(o)n(en) op wie de melding betrekking heeft, wordt/worden ten minste gelijktijdig als de melder op grond van art. 4.7 geïnformeerd over de beoordeling en voor zover van toepassing de opvolging van de melding. 

 

5 Geheimhouding  

5.1 Een ieder die betrokken is bij een melding of het onderzoek naar een vermoeden van een misstand en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van deze wet de noodzaak tot mededeling voortvloeit. 

5.2 Onder gegevens met een vertrouwelijk karakter worden in ieder geval begrepen:  

  1. gegevens over de identiteit van de melder en van degene aan wie de misstand wordt toegeschreven of met wie die persoon in verband wordt gebracht en informatie die daartoe herleidbaar is, en 
  2. informatie over een bedrijfsgeheim.

5.3 De identiteit van een melder en de informatie aan de hand waarvan direct of indirect de identiteit van de melder kan worden achterhaald, wordt niet bekendgemaakt zonder diens instemming. Door het doen van een melding stemt de melder in met het gebruik van zijn identiteit voor zover dat is vereist voor het onderzoek naar de melding en de eventuele opvolging daarvan, tenzij de melder op dat moment uitdrukkelijk aangeeft daarmee niet in te stemmen. 

5.4 Ingeval enig wettelijk voorschrift in het kader van onderzoek naar de melding of een gerechtelijke procedure tot mededeling van de identiteit van een melder verplicht, wordt de melder daarvan zo veel mogelijk vooraf in kennis gesteld, tenzij die informatie het gerelateerde onderzoek of de gerechtelijke procedure in gevaar zou kunnen brengen. 

 

 

6 Bescherming van de melder 

6.1 De melder zal tijdens en na de behandeling van een melding niet worden benadeeld als gevolg van de melding, onder de voorwaarde dat de melder redelijke gronden had om aan te nemen dat de gemelde informatie over het vermoeden van een misstand op het moment van de melding juist was. 

6.2 Onder benadeling in de zin van art. 6.1 wordt onder meer verstaan het nemen van een benadelende maatregel door HLB Den Hartog jegens de melder, zoals ontslag of schorsing (anders dan op eigen verzoek) of het opleggen van een boete (als bedoeld in artikel 7:650 BW). 

 

7 Publicatie van deze regeling 

7.1 HLB Den Hartog zal deze regeling intern publiceren en op haar website.